04 april 2022

Mama Shamsa helpt criminele jongeren in Kenia hun leven om te gooien

Terug naar nieuwsoverzicht

“Ze wíllen niet stelen, maar hebben bijna geen andere keus”


‘Mijn moeder zorgde voor dertien kinderen, maar had geen werk. Ik kon mijn familie niet met honger naar bed laten gaan, dus ik deed wat ik moest doen.’ Zo’n vijf jaar zat Patrick (24) bij een criminele groep in Kenia. Uit nood, zoals hij zelf zegt. Mama Shamsa van het Women of Faith Network haalde hem en honderden andere jongeren uit het criminele milieu. Uit handen van terroristische organisaties.

Een timide, gesloten jongen kijkt met lege ogen om zich heen. Patrick zit op een versleten bank in een betonnen kamer in een arme buitenwijk niet ver van Mombasa, Kenia. In deze vierkante ruimte woonde hij zijn hele jeugd, met zijn moeder, stiefvader en twaalf broertjes, zusjes, neefjes en nichtjes. De stoffige kamer staat propvol met jerrycans, glazen potten, dozen en zakken, een tafel en de oude bank. In het portiek liggen kartonnen dozen, delen van oude matrassen en kapotte kleding. Patricks moeder gebaart hoe ze ‘s avond alle spullen naar buiten verplaatsen, en de dozen naar binnen, zodat ze kunnen slapen.

Geen opleiding, geen werk

Pas zeventien was Josephine toen ze Patrick kreeg. Een ongeluk, de vader was er direct vandoor. Zelf was ze één van vijf dochters, een enorme teleurstelling voor haar vader, vertelt Josephine gefrustreerd. ‘Hij vond dat meisjes geen recht hadden op onderwijs. Ik zal het hem nooit vergeven. Had ik een opleiding gehad, dan hadden mijn kinderen een veel beter leven gehad.’ Josephine kreeg nog vier kinderen met een nieuwe man, en toen haar zus overleed, nam ze ook haar kinderen in huis.

Mijn vader vond dat meisjes geen recht hadden op onderwijs.

Ondanks het grote gezin en de geldzorgen hadden Patrick en zijn moeder altijd een sterke band. Maar de situatie thuis was verre van ideaal. Josephines man had bijna nooit werk, er was nooit eten. De wanhoop nam toe toen Patrick noodgedwongen stopte met school wegens geldgebrek. ‘Ik voelde me een mislukking. Daar was ik dan: achttien jaar, werkloos en mijn familie had helemaal niks.’

Hij had nooit gepland het criminele pad op te gaan, maar een andere uitweg zag hij niet. ‘De eerste keer dat ik ging stelen voelde ik me enorm verscheurd. Ik wilde geen crimineel zijn, maar ik kon niet naar huis zonder eten. Ik stal een telefoon, verkocht hem en kwam met twee grote zakken maismeel thuis.’ Het was het begin van jaren van diefstal en geweld. ‘Na een tijdje hoorde m’n moeder geruchten over mijn misdaden, maar ik ontkende. Zei dat ik werk had. Ik zag hoe het haar brak, maar ik kon niet stoppen. Het belangrijkste was dat ik mijn familie wat geld en eten kon geven.’

Ik wilde geen crimineel zijn, maar ik kon niet naar huis zonder eten.

Samen sterk

In Kenia zitten duizenden jongens en meisjes bij criminele groepen. Ze zijn het doelwit van ronselaars van terroristische groepen als Al Shabab, die hen geld en een betere toekomst beloven. Om deze jongeren uit de criminele wereld te halen, werkt Mensen met een Missie in Kenia samen met het Women of Faith Network. Dit netwerk bestaat uit ruim zestig vrouwelijke leiders van allerlei religieuze gemeenschappen, van moslim en katholiek tot hindoe. Voorzitter van het netwerk is Shamsa Abukabar Fadhil: Mama Shamsa. ‘De kern van ons netwerk is juist dat die verschillende religies er niet toe doen. Wat ons verenigt is ons vrouw-zijn en onze betrokkenheid bij onze gemeenschappen. We zetten ons in om gewelddadig extremisme tegen te gaan, maar we helpen ook vrouwen in nood. Als een vrouw bij ons aanklopt voor hulp, kijken we niet naar haar geloof.’

Armoede en achterstelling van vrouwen

Jongeren die voor misdaad kiezen is een enorm probleem in Kenia, vertelt Mama Shamsa. ‘Bijna de helft van Kenia bestaat uit sloppenwijken. Je moet je voorstellen dat de mensen hier constant aan het overleven zijn. Het enige doel van de dag is te kunnen eten. Er is geen stabiel inkomen, geen scholing. Het is niet dat ze wíllen stelen, maar dat ze bijna geen andere keus hebben.’

Als een vrouw bij ons aanklopt voor hulp, kijken we niet naar haar geloof.

Een ander onderliggend probleem is de positie van vrouwen in de maatschappij. ‘Meisjes trouwen al jong, want ze leren dat ze hun familielijn moeten voortzetten. Mannen willen vooral trouwen zodat ze zondevrij seks kunnen hebben. Er is geen liefde in zo’n huwelijk. Veel kinderen zien hun vader agressief zijn. Of vader verlaat het gezin, en laat moeder en kinderen aan hun lot over. Het zijn hopeloze situaties.’ Daarnaast worden vrouwen in het dagelijks leven in Kenia gediscrimineerd, zo vertelt Josephine. ‘Elke dag ga ik naar buiten, op zoek naar werk. Maar ze willen nergens vrouwen aannemen.’

Van criminele gang tot zelfhulpgroep

Mama Shamsa hoorde over Patrick en zijn groep via de politiechef van het district waar Patrick woont. Na aarzeling, ging Patrick na aandringen van z’n moeder toch in op de uitnodiging van de chef om langs te komen. Daar maakten de woorden van Mama Shamsa indruk. ‘Ze deed me inzien waar ik mee bezig was. Ik was daar met mijn hele groep en het netwerk beloofde ons te helpen als we ons hervormden. Het was duidelijk dat de chef en Mama Shamsa echt om ons gaven, dat voelde heel fijn.’

Tegenover de hele wijk legden Patrick en zijn groep een belofte af om te hervormen. Ze zijn nu een geregistreerde zelfhulpgroep. De chef, Mama Shamsa en de buurtbewoners hebben de groep de verantwoordelijkheid gegeven om hun wijk veilig te houden. Patrick: ‘Mensen vertrouwen me nu. Van de week kwam er iemand naar me toe die op zoek was naar een kamer. Het maakt me trots dat ik nu een rol heb in de gemeenschap.’ Het netwerk steunt de groepen ook bij het opzetten van kleine ondernemingen, zoals een autowasbedrijf of in Patricks geval een tuin. ‘Het braakliggende terrein waar we vroeger rondhingen en onze plannen maakten, hebben we omgetoverd tot moestuin zodat we zelf groenten kunnen verbouwen.’

Praten en luisteren

In de afgelopen vijf jaar heeft het Women of Faith Network op deze manier al ruim duizend jongeren geholpen hun criminele leven achter zich te laten. Patrick denkt dat dialoog de beste manier is om andere jongeren ook zover te krijgen. ‘Toen de chef mij belde om langs te komen was ik bang dat hij me ging arresteren. Maar hij en Mama Shamsa zagen mij als een echt persoon en luisterden naar wat er in mij omging. Ik zal nooit meer teruggaan naar mijn oude leven. Met hulp van het Women of Faith Network hoop ik iets van mijn toekomst te maken.’