06 juli 2023

Opstaan voor de rechten van Dalits

Terug naar nieuwsoverzicht

In India zijn kinderen zich van jongs af aan bewust van kaste. Dalits, oftewel kastelozen, horen al op jonge leeftijd dat ze niet op bepaalde plekken mogen komen, of niet met bepaalde kinderen mogen praten. Yesumarian Lourdunathan (67), zelf Dalit, weet er alles van. ‘Mijn moeder verstopte onze sandalen in haar sari als we door de straten van hogere kasten liepen. Schoenen dragen op zulke plekken was voor ons verboden.’ De vernedering die hij als jongen voelde, maakt dat hij zich nu al ruim 30 jaar hardmaakt voor gelijke rechten voor Dalits. 

Pater Yesumarian

Zijn hele jeugd zag Yesumarian uitsluiting en discriminatie om zich heen. ‘Ik mocht niet in de lokale speeltuin komen, en ook niet bij mijn klasgenoten thuis. In ons dorp was een aparte begraafplaats voor Dalits.’ Hij vertelt dat Dalits op veel plekken in India geen water direct uit de waterput mogen drinken. Ze moeten wachten tot iemand van een hogere kaste het water in hun tot kom gevormde handen komt gieten. ‘Het was vier kilometer lopen van ons huis naar de hoofdweg. Als we tijdens het lopen dorst kregen, konden we dus niet zomaar water drinken.’ De grootste vernedering voelde hij als hij door straten moest waar hogere kasten woonden. ‘Zodra we daar aankwamen, verstopte mijn moeder onze sandalen in haar sari. Het was voor ons verboden schoeisel te dragen op zulke plekken. Dat gebeurt nu niet meer, maar nog steeds worden Dalit-jongeren soms in elkaar geslagen als ze op hun scooter door die straten rijden.’ 

Ongelijke behandeling

Dat er nu, ruim 60 jaar later, nog steeds veel geweld tegen en discriminatie van Dalits is, kunnen Vinitha (17) en Infant (20) beamen. Vinitha: ‘Toen ik op de basisschool zat, sliepen alle leerlingen doordeweeks bij elkaar op een slaapzaal. Meisjes uit hogere kasten hielden altijd afstand van mij, ik kreeg als Dalit ook ander eten dan zij. Het maakte me onzeker wanneer die meisjes kwetsende dingen naar me riepen.’ Infant vertelt dat hij zich als kleine jongen al bewust was van het kastensysteem. ‘Toen ik financiële steun van mijn school aanvroeg, moest ik mijn kastencertificaat laten zien. In die tijd was ik ook getuige van een vechtpartij op straat. Een Dalit-jongen liep door een straat van hogere kasten en dat werd niet geaccepteerd. Uiteindelijk moest de politie erbij komen.’

Vinitha

Ook Yesumarian maakte als kleine jongen uitsluiting mee op school. Hij was een slimme en gemotiveerde leerling en wilde graag studeren aan een goede, katholieke school vlakbij zijn dorp. ‘Daar had ik echter een aanbevelingsbrief van mijn pastoor voor nodig. Die wilde hij me niet geven omdat ik Dalit ben.’ Maar Yesumarian liet het er niet bij zitten en werd toegelaten tot een jezuïtenopleiding, 400 kilometer van huis vandaan. ‘Tijdens die opleiding heb ik ook rechten gestudeerd. Ik wilde dienen en mensen helpen. Toch werd ik ook daar anders behandeld. Bij het minste of geringste probeerden ze me te vernederen. Zolang ik mijn mond hield en niet over mensenrechten sprak, ging het goed.’  

“Mijn pastoor wilde me geen aanbevelingsbrief voor een opleiding geven omdat ik Dalit ben”

Sociale beweging voor verandering

Direct na zijn afstuderen in 1989 begon Yesumarian, inmiddels priester, met steun van Mensen met een Missie het Dalit Human Rights Center, in de staat Tamil Nadu. Met zijn centrum zet hij zich in voor de rechten Dalits en het verminderen van discriminatie en uitsluiting van lagere kasten. ‘We geven juridisch advies, spannen rechtszaken aan en verdedigen Dalits in de rechtszaal. We ondersteunen ook op onderwijsgebied met bijvoorbeeld zomerkampen, studiecentra en het verzorgen van toelatingsaanvragen voor opleidingen.’ Yesumarian zoekt ook contact met religieuze leiders en vertegenwoordigers van hogere kasten, om structurele verandering teweeg te brengen. Bijvoorbeeld als het gaat om toegang tot kerken en eerlijke vertegenwoordiging in lokale en kerkelijke besturen. ‘We proberen een sociale beweging op gang te brengen en dialoog te stimuleren, zodat steeds meer mensen gaan inzien dat we allemaal gelijkwaardig zijn.’ 

Priester Yesumarian en een deel van zijn team op het kantoor van het Dalit Human Rights Center

Rolmodel 

Het is bij het Dalit Human Rights Center dat Vinitha en Infant Yesumarian ontmoetten. Infant: ‘Wat ik in mijn jeugd meemaakte bracht me in de war. Ik ging bijna geloven dat wij als Dalits echt minder waard waren dan andere mensen in India.’ Tijdens een kamp dat Yesumarian organiseerde, leerden Infant en andere jongeren over mensenrechten en gelijkwaardigheid. ‘Die lessen hebben me echt geholpen in te zien dat wij er ook toe doen. In plaats van me constant zorgen te maken over kastendiscriminatie, ga ik hard studeren. Zodat ik de mensen kan laten zien dat Dalits wél iets kunnen bereiken in het leven, en zodat ik een rolmodel kan zijn voor andere Dalits.’

Infant

Om de hardnekkige overtuigingen over Dalits te veranderen, is een lange adem, geduld en doorzettingsvermogen nodig. Daaraan is bij priester Yesumarian geen gebrek. ‘Er heerst een algemene opvatting dat Dalits vieze, onprofessionele mensen zijn en niet slim genoeg om te studeren. Dat is verschrikkelijk maar ik zie het juist als een uitdaging om het tegendeel te bewijzen. Ons kantoor is erg schoon. Wij zijn heel professioneel. We hebben al 400 jongeren geholpen om tot een rechtenstudie te worden toegelaten!’

Tijd en geduld

Toch is hij ook reëel en zich ervan bewust dat verandering lang kan duren. ‘Ik verwacht geen wonderen, dit probleem is niet in 20 jaar opgelost. Ik zie wel dat er dingen beter zijn dan toen ik kind was en dat er in de dorpen hier langzaamaan dingen veranderen. Dat geeft hoop.’ Bijvoorbeeld in een dorp waar hij toestemming kreeg om een hal te bouwen voor gezamenlijke kerkdiensten voor Dalits en hogere kasten. ‘De hogere kasten waren erop tegen en weigerden eerst te komen. Nu, zeven jaar later, komen er wekelijks zo’n zes gezinnen uit hogere kasten naar de kerkdienst.’

Sundar Raj

Dat overtuigingen die van generatie op generatie worden doorgegeven erg hardnekkig zijn, blijkt als je praat met Indiërs van een hogere kaste. Zo weet Sundar Raj (57) nog dat er ook in zijn dorp verandering kwam in de kerkdiensten. ‘Vroeger was er een dienst in het Telugu en een dienst in het Tamil. Alleen de hogere kasten spreken Telugu dus de Dalits kwamen daar niet heen. Ik zag daar nooit een probleem in, het ging prima.’ In de jaren ’90 diende de Dalit-gemeenschap met hulp van priester Yesumarian meerdere verzoeken in voor één gezamenlijke dienst. In het Tamil – de taal die zowel de Dalits áls de hogere kasten spreken. Sundar Raj: ‘We vonden het moeilijk om onze dienst in Telugu op te geven, we waren het zo gewend. Maar inmiddels zie ik in dat die verdeeldheid door onze voorouders was ingesteld. Ik heb er nu geen problemen meer mee dat we een gezamenlijke dienst hebben. Mijn ouders verboden mij in de buurt van Dalit-kinderen te komen. Dat doe ik niet met mijn eigen kinderen, maar we vertellen ze nog wel wie Dalit is en wie niet.’

Ondanks dat het frustrerend is, heeft priester Yesumarian er wel begrip voor dat verandering langzaam gaat. ‘Uitsluiting van Dalits is een eeuwenoud gebruik. Het kost tijd en geduld om iemands overtuiging te veranderen. Maar we blijven opstaan voor onze rechten. Verandering en acceptatie komen dan met de tijd.’