Zelfs in een sterk verzuilde samenleving was het mogelijk bruggen te slaan. Praten helpt. Waarom zou dat nu niet meer kunnen?
De gebeurtenissen rond de opening van het Holocaustmuseum hebben sporen blootgelegd van een tot op het bot verdeelde samenleving. Naast de terechte kritiek op het optreden van Israël in Gaza, waar een genadeloze vergelding plaatsvindt na de wandaden van Hamas, klonken er ook echo’s van de antisemitische leuzen die eens de jacht inluidden op Nederlandse Joden. Daar waar woorden wonden slaan en voor verdeeldheid zorgen, hebben we een gemeenschappelijke taal van respect en verbinding nodig.
“We hebben een gemeenschappelijke taal van respect en verbinding nodig”
Nederland heeft altijd de kunst verstaan om als land van duizend meningen de boel bij elkaar te houden. Zelfs in een sterk verzuilde samenleving was het mogelijk bruggen te slaan, in gesprek te blijven en net zo lang te polderen tot er een collectief gedragen verhaal ontstond. Dat vermogen lijkt steeds meer verloren te gaan. Bevolkingsgroepen verschansen zich achter hun eigen gelijk en zijn daardoor niet meer in staat om de ander te horen.
Gedeelde visie
We hebben een brede dialoog nodig om een gedeelde visie te vinden op wat een goede samenleving betekent en wat dat van ons vraagt. In een inclusieve samenleving kunnen meerdere verhalen naast elkaar bestaan en zelfs tot herkenning leiden. Door het verhaal van de ander te overschreeuwen, maken we de kloof alleen maar groter.
Een echte dialoog begint met het benoemen van ieders pijn. De pijn van de kleine en kwetsbare Joodse gemeenschap, die nog steeds de open wond van 110.000 vermoorde Nederlandse Joden met zich meedraagt. Hun pijn dat landgenoten wegkeken toen antisemitische kreten als ‘Juden raus’ in praktijk werden gebracht. Hun pijn dat het allemaal opnieuw kan gebeuren.
Moslims
Er is ook de pijn van moslims en anderen in ons land over een militaire operatie die niet alleen Hamas treft, maar ook voor tienduizenden burgerslachtoffers zorgt en het verlies van huis en haard van honderdduizenden Gazanen betekent. Hun pijn dat landgenoten steeds openlijker worden in hun afkeer van de islam en zelfs een partij steunen die zich ondubbelzinnig keert tegen moslims. Hun pijn die aanzet tot solidariteit met het Palestijnse volk en de woede over de Israëlische bezetting.
Gemeenschappelijk
De gemeenschappelijke noemers in al die verhalen over pijn en boosheid zijn uitsluiting, afwijzing en vernedering. Over het gevoel er niet bij te horen. Over niet welkom zijn. Over onveiligheid. Daarom zijn politieke leiders nodig die de pijn van anderen niet gebruiken om haat, geweld en vergelding te voeden, maar met de ander echt het gesprek aangaan. Politici die werken aan een samenleving waarin de menselijke waardigheid centraal staat, waardoor we meningen kunnen uiten zonder te kwetsen en kritiek kunnen leveren zonder te stigmatiseren.
Vooroplopen
Onze bestuurders en politici moeten vooroplopen door niet alleen ruimte te bieden voor deze gesprekken binnen de samenleving, maar ook door actief bij te dragen aan een cultuur van respect en wederzijds begrip. Dit vraagt om afwijzing van kwetsende uitingen en het bevorderen van wederkerige menselijke waardigheid.
Alleen door heldere grenzen te trekken, ontstaat ruimte waarin wederzijds vertrouwen kan groeien. Door te kiezen voor dialoog en uit te dragen wat we belangrijk vinden, kunnen we bouwen aan een gemeenschap waarin waarden centraal staan en iedereen zich gerespecteerd voelt. Een samenleving waarin woorden ons niet verdelen, maar ons dichter bij elkaar brengen.
‘Our lives begin to end on the day that we become silent about things that matter’, zei Martin Luther King jr. eens. Het gesprek uit de weg gaan omdat het te lastig is om elkaar recht in de ogen te kijken, brengt ons nergens.
Column door Rick van der Woud, directeur Mensen met een Missie