Wanneer Maria Antonia Mamani Callisaya (37) uit Bolivia met Christian trouwt, heeft ze geen idee dat ze daarna in gevangenschap bij haar schoonouders zal wonen en dat haar man haar in elkaar zal slaan. Of dat ze later zelf slachtoffers van huiselijk geweld zal helpen.
‘Het leven bij mijn schoonouders was verschrikkelijk. Ze controleerden alles wat ik deed, ik mocht mijn eigen ouders niet meer zien.’ Maria is zo enorm bang voor haar schoonfamilie dat ze wacht met naar de wc gaan tot iedereen weg is. Vooral Christians moeder oefent op manipulatieve manier druk uit. ‘En Christian praatte het goed, het was tenslotte zijn moeder.’ De eerste keer dat Christian Maria slaat, is voor Maria een keerpunt. ‘Ik besefte dat ik met de verkeerde was getrouwd.’
Toestemming vragen
Als klein meisje verhuist Maria met haar familie van een klein dorp naar een wijk aan de rand van de grote stad El Alto. Daar schopt de gemotiveerde studente het tot de opleiding tandtechniek. Maar haar huwelijk met Christian betekent dat Maria vlak voor haar afstuderen noodgedwongen stopt. ‘We hadden zes jaar verkering toen we trouwden. Van mij hoefden we niet te trouwen, we hadden het goed. Maar hij wilde graag.’ Na de bruiloft trekt het stel tegen Maria’s wil in bij Christians ouders. En dan begint de ellende. ‘Ik mocht nergens heen. Ze zeiden dat ik overal toestemming voor moest vragen aan mijn man.’
Bewusteloos geslagen
Nadat Christian Maria voor het eerst geslagen heeft, wil Maria niets liever dan weg uit het huis. Maar Christian smeekt haar niet te vertrekken. Weifelend vergeeft ze hem, op voorwaarde dat het niet nog een keer gebeurt. ‘Niet veel later kwam hij dronken thuis en begon tegen mij – toen drie maanden zwanger – te schreeuwen. Zonder antwoord te geven begon ik mijn tas te pakken. Toen begon hij op me in te slaan. Net zo lang tot ik flauwviel.’ Achteraf beweert Christian dat het Maria’s schuld is dat hij haar sloeg, ze had hem niet gehoorzaamd. ‘Ik zou je kunnen vermoorden, want je bent mijn vrouw en ik heb het recht om dat te doen’, dreigt hij.
Gevlucht in de nacht
De almaar erger wordende situatie bij haar schoonfamilie doet Maria besluiten ’s nachts uit huis te ontsnappen. Wanhopig op zoek naar hulp komt ze terecht bij het Centrum voor de Ontwikkeling van de Vrouw. Deze stichting komt al sinds 1983 op voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Coördinator Beatric Condori: ‘We startten voor Maria een proces vanwege het geweld, het in de steek laten van een zwangere vrouw, voor de erkenning van het kind en gezinshulp.’ Maria verblijft veilig bij haar ouders, maar in de rechtbank zet Christian het geweld voort. Hij doet er alles aan om het proces te dwarsbomen. Maria: ‘Aan de ene kant voelde ik me sterk: ik had de juiste beslissing had genomen. Maar het brak ook mijn hart.’
Ik zou je kunnen vermoorden, want je bent mijn vrouw. Ik heb het recht om dat te doen. Christian tegen Maria
Maria is niet de enige die bij het vrouwencentrum aanklopt voor hulp. Elk jaar komen zo’n 700 slachtoffers van geweld bij het centrum binnen, en 2500 hulpvragen. Beatriz: ‘Het gaat vaak niet alleen om het geweld zelf, maar ook om de gevolgen daarvan. Denk aan echtscheiding, gezinshulp en strafrechtelijke procedures.’ Dat rechtsproces is een grote hindernis voor slachtoffers van huiselijk geweld. Maria: ‘De rechtbank behandelt je alsof je maar een ding bent. Word je eerst aangevallen door je geliefde, en daarna slecht behandeld door die ambtenaren. En officiële instanties willen je ook niet helpen. Daar zat ik samen met allemaal andere vrouwen, uren te wachten zonder antwoord te krijgen op onze vragen.’ Volgens Maria maakt dat de situatie voor slachtoffers van geweld nóg erger. ‘De officiële instanties laten je links liggen terwijl je volledig in paniek bent.’ Het is op dat moment dat Maria besluit andere vrouwen te willen helpen als buurtwerker van het vrouwencentrum.
Steun voor andere vrouwen
Om buurtwerker te worden volgde Maria een aantal workshops, onder andere over basisrechten, juridische procedures, empowerment, eigenwaarde en familierelaties, en een workshop over seksuele en reproductieve rechten. Beatriz: ‘Toen Maria bij ons binnenkwam was ze jong en angstig. Ze zei bijna niks en was heel emotioneel, kon slecht voor zichzelf opkomen. Nu is dat totaal anders.’ Sinds 2007 heeft Maria vele andere vrouwen ondersteund die hetzelfde als zij hebben meegemaakt. Inmiddels heeft ze ook haar studie afgemaakt en werkt ze als tandtechnicus. ‘Durven vragen om hulp was één van de beste dingen die ik gedaan heb. Anders was er ik nu misschien niet meer geweest.’
In Bolivia wordt elke 3 dagen een vrouw vermoord, alleen omdat ze vrouw is. Dit heet femicide.