Vertrekken en hopen ergens asiel te krijgen? Of blijven en in angst leven? Dat dilemma is voor veel minderheden in Irak de dagelijkse realiteit. Jarenlange conflicten zorgen voor vooroordelen, onderdrukking en geweld. De toekomst in Irak is onzeker. En daar lijden alle Irakezen onder.
Ze wonen in dezelfde stad, doen boodschappen op dezelfde markt en zitten soms op dezelfde school en universiteit. Koerden, Arabieren, Turkmenen, Kakai en andere etnische minderheden leven naast en met elkaar in veel gebieden in Irak. De meeste mensen zijn moslim, een minderheid is christen of bijvoorbeeld jezidi. ‘Dat hoeft niet voor problemen te zorgen, maar in Irak zijn gemeenschappen door machthebbers uit elkaar gedreven’, legt Janneke Stegeman, medeweker van Mensen met een Missie, uit. ‘Al generaties lang hebben de inwoners van Irak te maken met geweld. Zo kwamen tijdens de Anfal-campagne van Saddam Hussein eind
jaren tachtig duizenden Koerdische inwoners om en moesten honderdduizenden mensen vluchten. En ook de inval van Amerikaanse troepen in Irak in 2003 en de oorlog die daarop volgde, zorgde voor veel leed en doden.
Leven in angst
Terreurbeweging IS versterkte de tegenstellingen en zaaide veel angst. Opnieuw sloegen mensen op de vlucht, verdwenen of werden vermoord. En ook nu speelt de politiek mensen tegen elkaar uit, terwijl de machthebbers strijden om olievoorraden en land. ‘Door al deze conflicten is veel wantrouwen tussen gemeenschappen ontstaan’, stelt Janneke. ‘Dit wordt voortdurend aangewakkerd door haatzaaiende uitlatingen en uitbarstingen van geweld. Leden van verschillende etnische en religieuze groepen hebben nauwelijks de kans om elkaar te ontmoeten, laat staan om zinvol in gesprek te gaan.’ Mensen met een Missie werkt daarom nu ook in Irak en Koerdistan om de verschillende religieuze groepen in contact te brengen met elkaar. En ze te helpen elkaars verhaal te begrijpen
om zo vooroordelen en geweld tegen te gaan.
Unieke positie
Jongeren kunnen een cruciale rol spelen bij het voorkomen van conflict en bij vredesopbouw: meer dan zestig procent van de Iraakse bevolking is jonger dan 25 jaar. ‘We starten daarom met een aantal projecten gericht op jongeren. Zo willen we ervaring opdoen en samen met Irakese maatschappelijke organisaties ons programma uitbouwen.’ In de stad Kirkuk hebben we de eerste jongeren getraind om gesprekken tussen Turkmenen, Koerden en Arabieren – de meerderheidsgroepen – mogelijk te maken. ‘Minderheden, in dit geval de christelijke minderheden van Kirkuk, hebben een unieke positie om bij te dragen aan verandering’, legt Janneke uit. ‘Hun positie is ook kwetsbaar, maar tegelijk zijn ze geen sleutelpartij in het conflict. Daardoor kunnen ze eerder verbanden leggen en spanningen begrijpen vanuit hun positie als minderheid. We zijn nog maar net begonnen met deze projecten, maar krijgen nu al veel positieve reacties. Dat stimuleert ons om meer trainingen en gesprekken te organiseren.’
We spraken drie jongeren uit Irak die deelnamen aan verschillende van onze activiteiten. Klik hier om de verhalen van Juliana, Rasha en Sarmad te lezen.
Wat doen we in Irak?
In de stad Kirkuk trainen we jongeren om moeilijke onderwerpen met Koerden, Turkmenen en Arabieren te bespreken. We helpen ze de ingewikkelde situatie en conflicten in hun land begrijpen. We leren ze hoe ze anderen kunnen ondersteunen de situatie te begrijpen en we vergroten hun zelfvertrouwen. Daarna organiseren deze jongeren gesprekken met inwoners uit verschillende gemeenschappen. De eerste trainingen gaven we aan een groep christelijke jongeren. We willen dit graag uitbreiden naar andere minderheden, die daarna ook als gespreksleiders gemeenschappen bij elkaar kunnen brengen. Zo inspireren we jongeren een positieve verandering op gang te brengen. Daarnaast werken we in de stad Tuz Khurmatu aan het opzetten van een jeugdcomité voor vrede. Hier geven we onder andere trainingen hoe je haatcampagnes op sociale media kan tegengaan en organiseren we vredeskampen. Op verschillende locaties in Koerdistan zetten we een netwerk op van religieuze leiders die een bijdrage kunnen leveren aan een inclusieve samenleving en een gelijkwaardige behandeling van vrouwen.