04 januari 2022

Verhalen van Irakese jongeren

Terug naar nieuwsoverzicht

Juliana, Rasha en Sarmad wonen in Kirkuk, Irak. In een stad die door jarenlange conflicten verscheurd is. Hier trainen we jongeren om moeilijke onderwerpen met Koerden, Turkmenen en Arabieren te bespreken. Om de verdeeldheid in de stad tegen te gaan organiseren ze gesprekken met inwoners uit alle verschillende gemeenschappen. 

‘Ik probeer anderen het belang van dialoog bij te brengen’

Juliana Fuad Yalda (23) studeert computerwetenschappen aan een technisch college in Kirkuk, ze woont bij haar ouders samen met haar zus en broer. Ze is een Assyrische christen. Juliana nam deel aan de trainingen voor gespreksleiders en vertelt over haar ervaring.

‘Als ik oude foto’s van Kirkuk bekijk, zie ik een mooie stad. Met veel laagbouw, mooie huizen en oude bomen. Nu is er helemaal geen groen meer over in de stad. Het is zwaar om in een situatie te leven waar geweld altijd op de loer ligt. Veel christenen verlaten Kirkuk om naar het buitenland te gaan, en ook mensen van andere minderheden trekken weg. Er is hier geen stabiliteit en veiligheid. Maar veel mensen die Irak verlaten, komen in Turkije in een vluchtelingenkamp terecht. Daar moeten ze afwachten of er een land is dat hen asiel verleent. Daarom wil mijn familie niet weg. In de buurt waar wij wonen, Arafa, is nu hooguit een op de honderd gezinnen christelijk. Dat is de consequentie van decennia conflict.’

‘Ik leerde tijdens de trainingen veel nieuwe dingen over Kirkuk, de conflicten en de situatie nu. En kwam erachter dat de media met negatieve berichten de Irakezen meer scheidt dan samenbrengt. Ik ontdekte veel overeenkomsten tussen ons christenen en Koerden, Arabieren en Turkmenen. Het zijn alleen namen die ons scheiden. We oefenden in de training om zelf gesprekken te leiden. Ik verwachtte dat het heel moeilijk zou zijn om het te hebben over samen leven en over verzoening. Ik dacht ook dat we ruzie zouden krijgen. Maar ik ontdekte dat gewone mensen wel met elkaar kunnen praten en elkaar kunnen vinden. Het probleem zit bij de leiders en bij de politici. Daarom wil ik graag helpen om meer vrouwen en jongeren uit verschillende gemeenschappen te trainen in vredesopbouw en communicatie.’

‘We moeten kinderen leren iedereen te accepteren, ongeacht religie of etniciteit’

Rasha Hassan Altumeame (36) volgt een rechtenstudie, werkt als juridisch medewerker, heeft een zoon van negen, en is  maatschappelijk actief bij een organisatie die zich inzet voor tolerantie en diversiteit. Ze is moslima en woont in Kirkuk. Rasha was een van de deelnemers aan een gesprek met mensen uit verschillende gemeenschappen.

‘Ik kom uit een gemengd gezin. Mijn moeder is Koerdisch en mijn vader is een Arabische Sjiiet uit Bagdad. Daardoor weet ik wat beide partijen over elkaar zeggen, en ken ik de gevolgen van de politieke conflicten van dichtbij. Maar ik houd van beide. Ik discrimineer niet, maar probeer met iedereen vriendschap te sluiten.’

‘Mijn broer stierf in de oorlog tegen IS. Een maand later kwam ook mijn vader om door explosieven in een gebied dat veilig zou moeten zijn. Mijn vader was alles voor mij. Hij moedigde mij altijd aan. Hij heeft een enorme leegte achtergelaten in mijn leven. Daarom werk ik aan vrede, zodat we niet nog meer geliefden verliezen.’

‘Ik was blij met de uitnodiging om deel te nemen aan het gesprek met mensen van verschillende gemeenschappen. Er zijn maar weinig van deze mogelijkheden in Kirkuk. Ik zie een belangrijke rol voor een open discussie om elkaar te leren accepteren en respecteren. Ik leerde tijdens de sessie veel bij over het voeren van een open gesprek. Ik merkte bijvoorbeeld dat mensen het nog moeilijk vinden om te praten over de kinderen van IS-strijders. Wat hebben deze kinderen misdaan? Mensen zijn bang dat deze kinderen een bedreiging gaan vormen. We moeten deze complexe situaties bespreekbaar maken en vertrouwen opbouwen. Het zou goed zijn deze gesprekken op scholen te organiseren met leerkrachten, leerlingen en ouders. Een kind kent het verschil niet tussen Koerden, Arabieren, Turkmenen en Assyriërs. We moeten kinderen leren iedereen te accepteren, ongeacht religie of etniciteit.’

‘We hebben deze initiatieven nodig om te leren omgaan met de conflicten tussen gemeenschappen’

Sarmad Mazin Abdullah (24) deed een opleiding in chemie en studeert nu aan het Babylon College voor Filosofie en Theologie. Hij woont met zijn ouders in Kirkuk in een wijk waar voornamelijk Koerdische moslims en christenen wonen. Zelf is hij christen van de
Chaldeeuws-Katholieke Kerk. Sarmad nam deel aan de trainingen voor gespreksleiders en vertelt over zijn ervaring.

‘Het is een probleem als je anders bent in deze samenleving. Je krijgt te horen: je bent niet van ons geloof, je hoort er niet bij. Mensen lijden daaronder. Sommige imams zeggen bijvoorbeeld negatieve dingen over christenen in hun preken. Zo ontstaan veel vooroordelen en angst. Mijn ouders zijn bang dat me iets overkomt. Ze zeggen: als iemand iets tegen je zegt, zeg gewoon dat hij gelijk heeft.’

‘Dankzij de trainingen weet ik veel meer over de politieke situatie en de achtergronden van het conflict. Ik ken de situatie van de kampen en de ontheemden, de IS-families en de verschillende standpunten van de partijen. Ik leerde een methode om conflicten te analyseren, de juiste woorden te kiezen en niemand pijn te doen. Ik kan neutraal zijn en beter gesprekken leiden. Ik ontdekte dat iedereen het beste voor Kirkuk wil. We willen allemaal banen, vrede, ruimte voor cultuur en vrijheid.’

‘Je kan ervoor kiezen te vluchten en te ontsnappen aan de realiteit van Kirkuk. Maar ik kies ervoor om te werken aan vrede en probeer de vooroordelen van mensen te veranderen en samen te werken voor een betere toekomst. Daarom doe ik graag mee aan meer van dit soort projecten, binnen de universiteit en ook op basisscholen en middelbare scholen. Ik wil priester worden en verbinding maken met anderen gemeenschappen, zodat we in vrede kunnen leven.’

Meer weten over de situatie in Irak en ons werk daar? Klik dan hier voor achtergrondinformatie.