‘Opkomen voor kwetsbare mensen is belangrijk voor mij’
‘Irak is een heel divers land met veel verschillende religieuze en etnische groepen. Daar mogen we trots op zijn’, stelt Sangar Salih van onze Irakese samenwerkingspartner Peace and Freedom Organisation. ‘We moeten ons best doen om die diversiteit te behouden en te beschermen.’
‘Als je in Irak opkomt voor mensenrechten moet je heel voorzichtig zijn. Ook praten over politiek is riskant’, vertelt Sangar Salih. ‘Minderheden in ons land zijn het slachtoffer van geweld en onbegrip. Samen met Mensen met een Missie trainen we jongeren van deze minderheden om bij te dragen aan vrede tussen alle groepen in de samenleving. Zelf maakte ik in mijn jeugd niet deel uit van zo’n maatschappelijke beweging en ik besef dat ik dat heb gemist. Ik wil die kansen aan jonge mensen op de middelbare school en universiteit bieden.’
Op de vlucht
‘Ik ben geboren in het Koerdische dorp Takya. Toen ik vier jaar was, startte het regime van Saddam Hoessein de Anfal-campagne tegen de Koerden. Ze vernietigden meer dan vierduizend dorpen, tienduizenden mensen werden gedood. Ook ons dorp werd verwoest. Veel mensen stierven, anderen werden gearresteerd. Onschuldige mensen. Vrouwen.’ Met zijn familie vluchtte Sangar (37) naar Chamchamal, een stad dichtbij Kirkuk. ‘Ik herinner mij de aanval niet, maar wel de verhalen van mijn ouders. Over vluchtende mensen die hun kinderen moesten achterlaten. Over ouders die vermist waren. In Chamchamal leefden we in een zeer moeilijke situatie, in kampen zonder schoon water. En altijd was er gevaar van mensen die verbonden waren met het Saddam-regime. Mijn vader was lid van een politieke partij die tegen het regime was en maakte deel uit van de revolutie. Hij vocht voor de rechten van zijn volk en zijn land.’
Hoge prijs
De vele schendingen door het regime motiveerden Sangar om op te komen voor mensenrechten. ‘Ik las veel en kwam erachter dat niet alleen Koerden slachtoffer waren. Ook Kakai, Turkmenen, Christenen en andere minderheden betaalden een hoge prijs, zonder iets verkeerd te doen’, legt Sangar uit. Zijn ouders steunden hem om zijn school af te maken en te studeren. Hij koos voor sociologie en richtte zich op de rechten van minderheden, sociale verbinding en vredesopbouw.
Goed mens zijn
Sangar komt uit een moslimfamilie, maar beschouwt zichzelf niet meer als een religieus persoon. ‘Ze hebben me altijd opgeleid om religieus te zijn, om een goed mens te zijn, om naar God te luisteren. Op school had ik vrienden bij islamitische religieuze partijen. Zij stimuleerden me om koran te studeren en mee te gaan naar religieuze bijeenkomsten. Toen ik naar de universiteit ging, veranderde dit. Ik las veel boeken en raakte bekend met verschillende filosofische perspectieven op het leven. Ik ben niet langer religieus zoals vroeger. Mens zijn en me concentreren op mensenrechten is nu belangrijk voor mij.’ Bij de opvoeding van zijn eigen kinderen kiest Sangar voor de principes die alle mensen verenigen en die je in alle religies aantreft. ‘Het is belangrijk om op te komen voor kwetsbare mensen en niet te oordelen op etniciteit of achtergrond.’ Sangar hoorde in zijn jeugd vaak dat andere religies niet goed zijn. ‘Ik heb daardoor de kans gemist om andere perspectieven te leren kennen. Ik leer mijn kinderen vriendelijk te zijn voor iedereen. Zodat ze de diversiteit in ons land waarderen. En datzelfde doen we in de trainingen aan jongeren samen met Mensen met een Missie.’
Ik herinner mij de aanval niet, maar wel de verhalen van mijn ouders. Over vluchtende mensen die hun kinderen moesten achterlaten. Over ouders die vermist waren.
Bijdragen
PFO, de organisatie die Sangar leidt, traint jongeren in mensenrechten en leert ze hoe ze kunnen bijdragen aan vredesopbouw. De organisatie ontstond in 2013 toen ISIS opkwam en andere hulporganisaties vooral eerste levensbehoeften aanboden. ‘In Kirkuk trainden we begin dit jaar voor het eerst jongeren. Dat deden we samen met Mensen met een Missie.’ Sangar omschrijft de stad als een klein Irak, met veel diversiteit en met verdeeldheid en conflicten. Historisch gezien speelt het conflict in Kirkuk tussen Koerden, Arabieren en Turkmenen. ‘We geven in dit project een groep jongeren die in de minderheid is, de christenen, een belangrijke rol. Deze groep maakt geen deel uit van de grote conflicten, maar is als minderheid wel kwetsbaar.’ We leren de jongeren over de achtergrond van de conflicten en brengen hen in contact met Koerden, Turkmenen en Arabieren. Velen waren zich niet bewust van de positie van de andere groepen. Ook trainen we de jongeren om gesprekken met de verschillende groepen te leiden. Ze ontwikkelen hun eigen vaardigheden en leren ook hoe ze anderen kunnen ondersteunen. Het project is een pilot en als deze aanpak effectief is, willen we er ook andere minderheden bij betrekken, zoals sabiërs-mandeërs, bahai en kakai.
We moeten ons best doen om de diversiteit in Irak te behouden en te beschermen.
Elkaars kennis gebruiken
Sangar is blij met de expertise die Mensen met een Missie inbrengt. ‘Jullie hebben veel ervaring met het samenbrengen van mensen met verschillende religies. Dat heeft Irak nu nodig. Hier zijn veel conflicten waarbij religie een rol speelt. Jullie kennis is daarom heel welkom. We staan op het punt het project af te ronden en we zien dat de christelijke jeugd gretig is om door te gaan. Jongeren de kans bieden om een actieve rol te spelen is belangrijk: ze hebben het gevoel dat ze iets kunnen bijdragen. De gesprekken zorgen voor onderling begrip. Een eerste stap naar een vreedzaam samenleven.’
Duizenden jongeren
Als je opkomt voor de rechten van mensen moet je heel voorzichtig zijn. Praten over politiek is riskant. ‘Je krijg geen garantie op je leven. Zoveel journalisten worden vermoord omdat ze verslag doen van corruptie en onderdrukking. PFO is een onafhankelijke organisatie en we zijn niet verbonden aan een politieke partij. Niemand pleit voor ons als we worden gearresteerd. Dat betekent dat mijn collega’s en ik goed nadenken voordat we iets organiseren. Mijn droom is dat onze organisatie groeit en duizenden jongeren weer andere jongeren ondersteunen. Om goede burgers te zijn om de diversiteit van onze gemeenschappen te beschermen en vreedzaam samen te leven.’