Als moslima in het huidige India is Akhila Banu (48) elke dag bang voor geweld. Al helemaal sinds de politie tijdens een ruzie tussen haar familie en een groep hindoe-jongeren hard moest ingrijpen. En dat terwijl nog niet zo lang geleden de moslims, christenen en hindoes in haar dorp juist een goede band hadden. “Vroeger kwamen mijn hindoeïstische buren bij ons eten voor iftar. Nu worden we door hen uitgescholden en vermijden ze contact met ons.”
Akhila Banu groeide op niet ver van de Indiase stad Chitradurga, enkele uren ten noorden van Bangalore. Op haar 12e werd ze uitgehuwelijkt, vertelt ze. “Mijn ouders hadden het niet goed, daarom werd ik zo jong uitgehuwelijkt. Ik vind het nog steeds jammer dat ik daardoor mijn school niet heb kunnen afmaken.” Nu, op haar 48e is ze inmiddels weduwe en woont ze samen met haar twee zoons, schoondochter en kleinkinderen in een klein vervallen huisje langs het spoor. Ze werkt als kok in een hostel.
Opkomst van het hindoe-nationalisme
In het dorp van Akhila wonen moslims, hindoes en christenen. “Vroeger vierden we hier elkaars feesten en stonden voor elkaar klaar als er iemand ziek was.” Maar in India is het hindoe-nationalisme aan een snelle opmars bezig, vooral sinds de BJP, de grootste hindoe-nationalistische partij van het land, in 2014 aan de macht kwam. Journalist Arun Kumar vertelt dat hindoe-nationalistische organisaties vooral veel steun vinden onder de lagere kasten in India. Arun: “Ze worden gebrainwashed door nepnieuws en propaganda die minderheden in een slecht daglicht zet. De overheid geeft toestemming voor enorme bijeenkomsten, waar opruiende speeches worden gegeven met minderheden als moslims en christenen als doelwit.”
De gevolgen hiervan ziet Akhila elke dag. “Voordat de BJP aan de macht kwam, was de sfeer heel anders. Er was onderling respect en bewondering voor elkaar. Nu noemen de hindoes in de buurt ons ezels als we langslopen. We worden nooit meer uitgenodigd bij onze buren. Moslima’s worden aangerand op straat.” De regering heeft de afgelopen jaren diverse wetten aangenomen die in het nadeel zijn van minderheden. Zo is het in Chitradurga tegenwoordig verboden om rundvlees te verkopen, wat voornamelijk door christenen en moslims werd gedaan. Akhila: “Door die wet zitten enorm veel mensen ineens zonder werk en inkomen. Ze zeggen nu ook dat er geen halal-winkels meer mogen zijn. De hindoes eten jhakat-vlees, en dat mag wél verkocht worden. Het is zo oneerlijk.”
Er was onderling respect en bewondering voor elkaar. Nu noemen de hindoes in de buurt ons ezels als we langslopen.
Verdeeldheid tegengaan
In Chitrudurga en omgeving werkt Mensen met een Missie samen met Vishwa Sagar. Met zijn organisatie Vimukthi zet hij zich in om verdeeldheid tegen te gaan, mensen bij elkaar te brengen en de armere gemeenschappen te ondersteunen met onder andere medische hulp en voorlichting. Vishwa: “We werken in de gemeenschappen, maar ook op scholen en universiteiten, om harmonieus samenleven te bevorderen. Op scholen vragen we bijvoorbeeld iedereen, moslims, hindoes, christenen en boeddhisten, om een essay te schrijven over wat zij verstaan onder samenleven in vrede en harmonie en hoe zij denken dat in Chitradurga te kunnen toepassen. Zo maken we jongeren bewust van de situatie en stimuleren we hen op een andere manier naar elkaar te kijken.”


Naast workshops organiseren Vishwa en zijn medewerkers ook discussiegroepen en vredescomités waar zaken zoals het recente verbod op halal-winkels en conflicten in de gemeenschappen worden besproken. Met de religieuze leiders van de lokale gemeenschappen komen ze samen om het belang van interreligieuze tolerantie onder de aandacht te brengen. “Onze sociaal werkers zijn elke dag in de gemeenschappen en zien en ervaren daar zelf de verdeeldheid die is ontstaan. Eén van hen vertelde laatst over een groep moslims die werk zocht. Hij kende een supermarkt in de buurt die personeel zocht, dus ging hij langs om te zeggen dat hij wel wat mensen wist. Het eerste dat de supermarkteigenaar vroeg was van welke geloofsgemeenschap die mensen waren. Toen bleek dat hij het om moslims ging, had de man ineens geen vacatures meer!”
Als we bij Vimukthi zijn, is er geen religie, kaste of afkomst. Daar zijn we allemaal gewoon mens.
Boycot en propaganda
Zulke vormen van discriminatie ervaart ook kleermaker Subhanullah, een moslim uit Chitradurga. “Chitradurga was ooit zo’n mooie plek, met een groot meer vol vissen en mensen uit allerlei gemeenschappen die samenkwamen en samen aten. Niemand wist van elkaar tot welke kaste of geloofsgroep hij hoorde. Tegenwoordig heeft je geloof of kaste overal invloed op. Winkels van moslims worden door hindoes bewust vermeden en gaan vervolgens failliet. Ik zou zo graag willen dat mensen weer vreedzaam samenleven, met liefde en respect voor elkaar.”


Mensen met een Missie en Vimukthi gaan verdeeldheid tegen vanuit de overtuiging dat iedereen gelijkwaardig is, ongeacht geloof, kaste of afkomst. Vishwa: “De mensen in de armere gemeenschappen zijn heel gevoelig voor de schadelijke en opruiende propaganda van de hindoe-nationalistische partijen. Ze krijgen te horen dat niet-hindoes de oorzaak zijn van alle problemen in India. Ze worden afgeleid van het feit dat de regering zelf helemaal niks doet om de situatie van de armen in dit land te verbeteren. Door middel van voorlichting proberen we deze mensen bewust te maken van wat een overheid zou moeten doen. Zodat ze bij de volgende verkiezingen stemmen op een partij die voor vooruitgang kan zorgen, in plaats van voor verdeeldheid. We zijn allemaal mensen en iedereen zou als mens behandeld moeten worden. Daar moeten we sámen aan werken.”
Vooruitgang
Akhila Banu kwam zo’n twintig jaar geleden met Vishwa in contact. Akhila: “Vishwa hielp mij en mijn gezin overal waar hij kon, daar ben ik hem heel dankbaar voor. Ook voor ons dorp heeft hij veel betekend. Hij leert ons veel over gelijkwaardigheid en harmonieus samenleven in de gemeenschap. Ik vind dat iedereen dat zou moeten horen.” In het dorp van Akhila is het dankzij de inspanningen van Vimukthi inmiddels wat rustiger. Het conflict tussen haar familie en de hindoe-jongeren is uitgesproken. Akhila zoekt actief contact met haar hindoeïstische buren door bloemenkettingen te maken voor hun ceremonies. En als ze naar een bijeenkomst van Vimukthi gaat, neemt ze hen soms mee. Akhil verzucht: “Als we bij Vimukthi zijn, is er geen religie, kaste of afkomst. Daar zijn we allemaal gewoon mens. Zo zou het altijd en overal moeten zijn, maar de weg daarheen is nog lang.”